Als ik terugga naar mijn voorstelling van vorig jaar dan zie ik hoe ik het familie karma waar ik onderdeel van ben, buiten me kon gaan plaatsen door het delen van mijn eigen verhaal (aan vele getuigen).
Ik voelde ook de schaamte, de schuld en de teleurstelling die in dit verhaal verweven zitten als een soort genetische erfenis door me heen gaan.
Het vertellen leek onontkoombaar om me er op een fijnere manier mee te kunnen verhouden en veel meer op mijn eigen plek terecht te komen.
Els van Steijn, van het waardevolle boek De Fontein, gebruikt zo’n mooie metafoor voor hoe en waarom we de juiste plek in de fontein (aka het familiesysteem) in te nemen hebben om het leven veel completer en voller te kunnen ervaren en in de wereld volledig onze eigen plek in in te nemen.
Daarvoor is het nodig om in de waterbak onder je ouders te kunnen staan (en zij weer in de waterbak onder hun ouders) en daarbij alles te kunnen ontvangen en aannemen wat in het pakket van je ouders zit.
Dat betekent dus: niet in dezelfde bak als je ouders gaan staan (naast je ouders), of zoals ook veel kinderen doen of als plek toegewezen krijgen: in de bak boven je ouders gaan staan.
Ik stond heel lang niet op de juiste plek in ‘mijn fontein’, mijn moeder trouwens ook niet. Mijn vader denk ik ook niet. Met alle gevolgen van dien. Een patroon dat ik zowel voor mezelf en zeker ook voor mijn dochters heb willen doorbreken.
Maar op de juiste plek gaan staan betekent ook het hele pakket wat daarbij hoort aannemen, liefde maar ook alle andere bijbehorende gevoelens en onduidelijkheden. Ik vond dat lange tijd veel te zwaar…
Mijn moeder werd geboren tijdens WOII in Rotterdam vlak voor de hongerwinter. Mijn opa was te werk gesteld in Duitsland en zijn lot was onduidelijk. Mijn oma leed aan chronische astma en leefde met teleurstelling over haar eigen moeder en een gat in haar hart… Mijn moeder vulde dat gat, want dat is wat kinderen doen en zorgde al heel jong voor mijn oma (en kwam in de bak boven haar moeder terecht). Mijn opa ontmoette een andere vrouw in Duitsland. Uiteindelijk kwam hij toch terug bij zijn jonge gezin, maar volgens mijn moeder bleef mijn oma afstandelijk naar hem.
Mijn andere oma leed al jong aan reuma. Haar grote jeugdliefde mocht ze niet trouwen omdat hij niet katholiek was. Het huwelijk met mijn opa was een verstandshuwelijk. Van beide kanten. Deze opa kwam tijdens de tweede wereld oorlog in een krijgsgevangenen kamp in Duitsland terecht vanwege zijn werk bij Defensie. Na de bevrijding is hij weer even terug bij zijn gezin, waarna hij naar Indonesië wordt gezonden en daar een tijdje in een Jappenkamp terecht komt. Hij komt terug in NL met zware TBC en gaat naar Zwitserland om te revalideren. Mijn oma wordt na de geboorte van haar tweede kind niet meer de oude en raakt bedlegerig vanwege de reuma en kan haar kinderen niet meer zelf verzorgen. Er is eerst hulp in huis en later worden de jongens overgeplaatst naar diverse pleeggezinnen en een katholiek seminarie waar er een pater is die zijn handen niet thuis kan houden.
Het huwelijk van mijn grootouders heeft geen leven meer.
Vanuit deze wankele fundamenten ontmoeten mijn ouders elkaar in hun jonge leven en beginnen samen aan een nieuwe toekomst. Hun eerste zoon overlijdt met twee maanden en daarna krijgen ze twee gezonde dochters.
De uitdaging om zich in liefde en vertrouwen met elkaar te blijven verbinden in de stormen van het leven is erg groot. Na 10 jaar samen gaan ze scheiden. Na 5 jaar scheiding komen ze weer samen en wederom 10 jaar later gaan ze voorgoed uit elkaar met een bijna onophoudelijke schurende nasleep.
Ik had helemaal geen zin om op mijn plek in de fontein te gaan staan, in de bak onder mijn ouders. Ik stond er het liefst boven of zweefde er ergens naast, zodat ik die zwaarte niet hoefde te voelen.
Het was een als kind moeilijk te dragen zwaarte van teleurstelling, verdriet, schaamte, buitensluiting, schuld en onmacht, waarvan ik niet anders kon dan me ervoor afsluiten: mezelf beschermen achter een zelf gemetseld muurtje, beschermd om niet te bezwijken onder de zwaarte, maar daarmee ook afgesloten van de liefde, die er ook zeker was.
Het muurtje afbreken betekent het hele pakket aannemen, omarmen zelfs wellicht.
Dat gaat niet zomaar. Dat kost heel veel heling, support, rouw en groei in je volledige eigen autonomie om alles te kunnen gaan voelen en aannemen. Met als beloning steeds een beetje meer voldoening. Tot het moment dat alles in jou weer kan en mag meedoen en je voluit kunt zeggen: ‘Mama, papa, ik hou van je met alles erop en eraan. Dank voor dit geweldige uitdagende leven wat je me hebt gegeven.’ en je alles weer voelt stromen, omdat je op de juiste plek in de fontein bent aangekomen én de volledige eigen regie over je leven voelt.
Het verhaal van mijn voorstelling komt binnenkort uit als podcast en is in de vorm van vorig jaar te beluisteren. Komende jaren ga ik dit verhaal (en nog vele andere verhalen) veel verder uitwerken en nuanceren. Het past bij mijn plek in de fontein.
Ook ga ik me naast mijn bestaande bezigheden steeds meer toeleggen op familie- en organisatie-opstellingen en het opstellen van de vrouwenlijn, zowel individueel als in groepsverband, ademwerk en het helen van de moederwond.
I’ll keep you posted!